‘Ik ben de nieuwe bewoonster (kleine kamer, maar m’n bed past er in) – en …
‘… ik woon hier al wat langer, lekkere grote kamer helemaal boven.’
‘Ik ben de nieuwe bewoonster (kleine kamer, maar m’n bed past er in) – en …
‘… ik woon hier al wat langer, lekkere grote kamer helemaal boven.’